Op de fiets gestapt richting centrum. Via de Neude, langs het standbeeld van het Gouden Kalf (filmfestival) was ik stipt om 19.30 uur op de plek van bestemming: Minrebroederstraat 2. Ik moest vast zijn bij dat groepje mensen, dat stond rondom een welbespraakte man met pen en papier die de aanwezigen afturfde. Nadat iedereen was ingecheckt konden we vertrekken. Rondleider Gerrit Huisman voorop en paraplu’s geopend.
De
wandeling concentreerde zich rond het stadhuis, Vismarkt en Domtoren. Gerrit wist veel te vertellen over wijn, en nog veel meer over
geschiedenis. Schuilend onder verschillende afdaken werd duidelijk dat Keulen
voor ons destijds dé wijnhandelstad was en dat wijn over de Rijn, via Vreeswijk
richting Utrecht kwam. De witzoete Rijnwijn werd bewaard in de stadswijnkelders
onder het stadhuis. Het stadsbestuur deelde wijn uit in processies en aan hoge gasten.
‘Hoe hoger de sociale status; hoe meer kannetjes wijn er werden uitgedeeld’. Naast
Rijnwijn was er ook Zuidwijn: ‘Garscoensche’, uit Gascogne, ‘Petouwen’ (Poitou)
en ‘Malevezeyen’ ofwel Malvasia.
De
Oudegracht als aanvoerplaats bleef tot de 19e eeuw de plek waar slijterijen
zich bevonden. Namen als Van Wageningen en de Lange, Finjé en Henri Bloem klinken (oud) Utrechters vast
nog bekend in de oren.
Het was nat, donker, en de aangekondigde wijnproeverij op ‘geheime locatie’ lonkte. Op de plek waar ooit de kraan voor het lossen van wijnvaten stond gingen we de werfkelders onder het stadhuis binnen. Oud en nieuw kwamen samen bij het proeven van een rode en witte wijn uit de nieuwe wijnwereld.
Meer info:
Gilde Utrecht
De route van de wijn, Mariëlla Beukers
Herbouw Middeleeuwse Utrechtse stadskraan